Kies voor deze gevouwen vis wat dikker (gekleurd) papier met een minimale grootte van 20 bij 20 cm. We beginnen met de drie horizontale vouwen. Dan draaien we het blad een kwartslag en vouwen weer drie keer horizontaal, zodat het blad in 16 hokjes wordt verdeeld. Nu komen daar de twee grote, diagonale vouwen bij en daarna de vier vouwen, die ontstaan als je de punten naar het middelpunt toe vouwt. Ter controle kun je nog even tellen of je wel alle 12 vouwlijnen hebt. Tot besluit en dit is erg belangrijk, moeten alle vouwen nogmaals, maar nu in tegenovergestelde richting worden gemaakt, zodat ze lekker soepel worden. Topvouwen worden zo dalvouwen en omgekeerd.
figuur 1: Na het vouwen leggen we het blad weer open voor ons neer. We vouwen nu de rechter rand en de onderste rand om, zodat op de hoek een staande, driehoekige vorm ontstaat.
figuur 2: Vervolgens vouw je de bovenrand om. Hierbij ontstaat zo'n tweede opstaande vorm.
figuur 3: Als je nu ook de linker rand omvouwt, is het viertal opstaande vormen compleet.
figuur 4: Twee tegenover elkaar staande vormen lijm je dicht zoals in het voorbeeld a en b. Dan pak je a en b vast en vouwt via vouwlijn c de beide helften naar achteren en lijmt ze aan elkaar. Door de flappen a en b van en naar elkaar toe te bewegen, gaat de bek open en dicht.
De verdere afwerking is een kwestie van fantasie. Nog wel even een tip voor de tanden. Je legt twee reepjes wit papier van ongeveer 10 bij 4 cm op elkaar. Als je ze nu in de lengterichting in het midden zigzaggend doorknipt, ontstaan er 4 strookjes met rijen tanden, die je aan de binnenkant van de bek plakt. Denk verder ook aan ogen, schubben en vinnen.