Bij dit tekenonderwerp volgen de leerlingen eerst de planmatige, stapsgewijze aanpak zoals hieronder beschreven en op de afbeeldingen enigszins verduidelijkt. Daarna kunnen ze hun fantasie uitleven bij het bedenken en tekenen van verdere details en ook bij de kleurstelling.
Allereerst wordt op het midden van het blad het middenstuk, de romp getekend. Hier zijn allerlei "rondige" vormen mogelijk. Er moet wel op gelet worden, dat de linker- en de rechterkant elkaars spiegelbeeld zijn. Bij de volgende stap komen de kop met de grote (facet)ogen en het wat smallere staartstuk erbij. Ook de voelsprieten/antennes kunnen alvast getekend worden. Stap drie bestaat uit de aanzet-stukken van de zes poten. De twee links en rechts in het midden krijgen een wat schuin uiteinde om aanhechting van het volgende deel van de achterpoten mogelijk te maken. Tot besluit komen de resterende twee of drie delen van de poten. Laat ze ook vooral hier goed op de symmetrie letten. Aan het eind van de poten komen nog een soort handjes, klauwtjes. Het mooiste is als de poten reiken tot op enkele centimers van de bladrand.
Tips
- Laat grote witte delen (zoals het middenstuk) fantasievol opvullen.
- Griezelig maken is ook een mogelijkheid (met behulp van haken, haren e.d.).
- Laat naast zwart slechts twee andere kleuren gebruiken.
- Vleugels tekenen is niet aan te bevelen.
- De achtergrond kan eventueel heel dunnetjes ingekleurd worden.
